De Europese scheepvaart heeft vanaf de middeleeuwen profijt genoten van de veel verder ontwikkelde Chinese zeevaart.
Scheepvaart in China was in middeleeuwen 400 jaar verder dan in Europa. In de archieven van de Ming-dynastie is bijna niets terug te vinden van dit hoogstandje in de Chinese zeevaartkunde. Oorzaak is, dat naderhand een keizer zijn land heeft afgesloten van de zondige wereld en de archieven en logboeken heeft laten vernietigen. Toch heeft de wereld waarschijnlijk aan de Chinese zeilvaart een aantal belangrijke scheepsonderdelen te danken; zoals het midden-roer, de zwaarden, het magnetisch kompas en de zeekaarten.
Inleiding
De Chinese zeevaart heeft in haar ontwikkelingen eeuwenlang voorgelopen, op die van West Europa. Deze kennis is heel lang in Azië gebleven. Het betreft de bouw van zeer grote vaartuigen (100 meter), het zeilen, de sterrennavigatie en het in kaart brengen van de wereld door ontdekkingsreizen. De schepen bestrijken vooral de Aziatische kusten; ook bezoeken aan Afrika tot Madagaskar, Indonesië en Australië behoren daartoe. Portugal is het eerste West-Europese land, dat ontdekkingsreizen gaat maken; zij ontdekken in de middeleeuwen de onbewoonde eilanden Porto Santo en Madeira en die worden meteen ingelijfd. Zeekaarten zijn later via bekende cartografen vanuit het Middellands Zeegebied richting West-Europa gekomen. Kaarten, zoals die door Columbus (AD 1492) zijn gebruikt, zijn waarschijnlijk verkregen door omkoping of spionage bij Italiaanse cartografen of bij het hof van Portugal. Vanwege hun grote economische en strategische mogelijkheden zijn zeekaarten in die tijd staatsgeheim. (Ook de rol van de Vikings is bij ontdekkingsreizen van belang geweest).
De Chinese keizer Zhu Di en zijn admiraal Zheng He sturen in begin 15e eeuw AD aan tot grootse ontwikkelingen. Tijdens de Ming-Dynastie zijn onder leiding van deze keizer met hout uit buurlanden grote zeevloten gebouwd. De vloten varen uit in allerlei richtingen over de aarde. De exploratie van de wereld over de oceanen is een feit geworden. Het doel van de Chinezen is verre landen bezoeken, in kaart brengen, verkennen en ontwikkelen. De ontwikkelde producten worden geoogst voor het thuisland. (Zachtaardige kolonisatie). Op de schepen zijn deskundigen uit allerlei disciplines aanwezig. Zij helpen ter plaatse culturen ontwikkelen, brengen bouwmaterialen aan wal, bouwen en wonen er tijdelijk.
Wat opmerkelijk is: De Chinezen laten in de landen, welke zij ontwikkelen, ook kennis achter. In diverse landen hebben zij sterrenkundige instituten opgericht en planetariums gebouwd. Verder kopen de schepen er proviand in (handelspost). Bijzondere producten of dieren van daar worden mee naar China genomen. Zij varen met grote vlooteenheden de wereld rond; ten behoeve van de navigatie zeilen zij recht onder de belangrijke ster het Zuiderkruis om zo de zuivere positie te bepalen; deze ster wordt zelfs in de ruimte navigatie gebruikt. Enkele jaren geleden heeft men via indirecte bewijsvoering geprobeerd om aan te tonen, dat in 1421 een Chinese vloot de kortste route over de Noordpool via de Beringzee naar China heeft gezeild. Deze route is in het verleden wel eens open geweest, maar is meestal dichtgevroren. Meer hierover in Gavin Menzies boek "1421" en er zijn ook andere boeken over; op zijn website geeft Menzies meer informatie. http://www.gavinmenzies.net/pages/content/index.asp?PageID=131
Sloepen, werkboten
Door het veelal ontbreken van havens moet het laden en lossen van de grote schepen hebben plaatsgevonden met behulp van kleinere vaartuigen. Welk soort boot is voor die taak gebruikt? Er zijn zware en grote voorwerpen geladen en gelost. Het is interessant om te weten, hoe de boot , waarmee de schepelingen aan land zijn gegaan, is geconstrueerd. Dit is lastig te beantwoorden. Was het een sloep of een kleiner meevarend jacht? Daarover is nauwelijks archief. Namelijk; aan het einde van zijn regeerperiode (Ming-Dynastie 1368-1644) wordt keizer Zhu Di; welke China tot grote ontwikkeling heeft gebracht, door een zoon opgevolgd, welke er heel andere opvattingen op na houdt
Foodhawk
Zoon doet werk van vader teniet
Helaas wordt keizer Zhu Di opgevolgd door zijn zeer religieuze zoon. Deze heeft als keizer alle zeevaartkundige kennis en ervaring stilgezet. Hij heeft het land geïsoleerd van de zondige buitenwereld. Deze Keizer (Zhuo Gahozhi) heeft alle archieven over de scheepsbouw, cartografie en logboeken van de ontdekkingsreizen laten vernietigen. De schepen zijn aan de ketting weggerot of verbrand. Slechts enkele documenten zijn bij toeval aan deze vernietigingsdrang ontkomen. Gelukkig heeft men in 1830 in de Chinese provincie Fujian (t.o. Taiwan) een stenen pilaar met inscripties gevonden. Na de ontcijfering van deze inscripties, blijkt het om verslagen te gaan, van zeereizen, die onder leiding van admiraal Zheng He in de 15e eeuw zijn gemaakt. In andere landen zijn ook vergelijkbare herdenkingsstenen gevonden. Zij dienen nu als hulp om de Chinese zeevaartkunde van toen zo goed mogelijk te reconstrueren en kennis te nemen over de grote Chinese vloten die verre ontdekkingsreizen hebben gemaakt. Dit gedeelte van de Chinese maritieme geschiedenis, of wat ervan is teruggevonden, is door een aantal auteurs te boek gesteld. Men dient met de gegevens met enige reserve aan te aanvaarden; als voorbeeld: Admiraal Zheng Ho is na zijn overlijden gecremeerd en op zee is uitgestrooid, andermaal vindt men een foto van zijn graf. Om tot het begrip te komen, hoe de Chinese sloep of boot er in de middeleeuwen heeft uitgezien, volgt een compact verslag over de botenbouw aldaar gedurende een periode van 2000 jaar. Na het lezen van het onderstaande lijkt de vorm van de Chinese werkboot of sloep zichtbaar te worden.
Het Schip in China
Het lijkt gemakkelijk om in een enkel hoofdstuk over de boten van Indo-China, Korea, Japan en China te vertellen; want het is een groot gebied, waarin een zekere graad van culturele eenheid bestaat. Verkeer tussen China, de mediterrane wereld, de Indiase culturen en de Arabische, zijn aantoonbaar vanaf de Romeinse tijd. Het contact met de landen aan de Indische Oceaan en Indonesië zijn minder intensief geweest. De kenmerkende stijl van de Chinese planken boot en hun scheepsbouw schijnen van andere culturen slechts kleine invloed te hebben ontvangen. Anderzijds worden het achterroer, de zijzwaarden en het magnetische kompas al heel vroeg in de Chinese cultuuromgeving gebruikt en deze zouden kunnen zijn doorgegeven aan het westen.
Vaartuigen zonder planken
Rietvlotten zijn wel bekend in China, maar niet algemeen toegepast. Mogelijk duidt een gravering op een bronzen bel (dotaku), dat 300 VC het rieten vlot wel heeft bestaan.
Houten / bamboe vlotten
Over Confucius, welke leefde in de Chou-periode (525 VC) wordt gezegd, dat hij een zeilvlot heeft gebruikt; maar de vroegste documentatie, die refereert aan een houten of een bamboevlot is van 472 VC. Een vlot, dat wordt genoemd in de 1e eeuw AD schijnt leren zijkanten te hebben gehad. Het opmerkelijke zeegaande Zuidoost Chinese bamboe zeilvlot uit Formosa ( Taiwan) wordt het eerst vermeld in 1295 AD. Vandaag nog wordt dit vlot gebouwd van een dozijn grote bamboe stammen, welke aan elkaar zijn bevestigd en aan twee gebogen dwarsscheepse bamboes, zodat de bodem dwarsscheeps en langsscheeps licht gebogen is. Een gebalanceerd razeil met latten is bevestigd aan een paalmast. Het vlot heeft twee stuurriemen en kimkielen om het sturen te stabiliseren en om tijdens het aan de wind varen het verleieren tegen te gaan. Het is niet bekend hoe dit vlot (uit de 20e eeuw) de vorm heeft behouden van haar vroegere naamgenoot; namelijk er zijn weinig beschrijvingen van vóór een recente periode én de vroegste beschrijvende Illustratie dateert uit 1803 AD.
Vlotten met drijvers
Onderzoeker Nishimura gelooft, dat de legendarische Japanse en Koreaanse “uki takara” een vlot is geweest met drijvers van huiden. Hij heeft een "Ming-illustratie” gepubliceerd van een vlot, dat drijft op potten en met riemen kan worden bewogen. Onderzoeker Needham heeft een vergelijkbaar vaartuig vastgesteld in een manuscript uit 1044 AD. Vlotten met potten als drijvers zijn ook gebruikt op de gele rivier in de Han-dynastie (200VC tot 200 AD). En vergelijkbare vlotten met drijvers van huiden zijn in 1980 nog gezien.
Modern vlot
Bij navraag aan vissers op Formosa ( Taiwan) bleek daar wat vastgelegd over de prestaties van het moderne vlot. Het is zeewaardig, onzinkbaar, is na omslaan gemakkelijk oprichtbaar en heeft een gebruiksduur van vier jaar. Zij kan tot 4 streken aan de wind zeilen, maar maakt bij 6 streken aan de wind de beste prestaties. (Het kompas bevat 32 streken). Haar maximum snelheid voor de wind is ongeveer 3 knopen. Een gelijksoortig vlot als het Formosa vaartuig, maar met twee of drie masten en drie midzwaarden is gevonden in Noord Vietnam (1971). Vele andere vormen van vlotten zijn heden nog regelmatig in gebruik op de Chinese rivieren.
Boomschors boten
Nishimura vermeldt in 1931 het gebruik van boten van boomschors in een rak van de rivier de Amur in Mandsjoerije. In het Japanse Sappora museum is een klein (onbewezen) model van een berkenbasten kano gevonden, die is gebreeuwd met mos en genaaid met schorsvezels. Dit heeft ertoe geleid, dat Nishimura heeft aangenomen, dat zulke kano’s hebben bestaan.
Boten van huiden
Vanaf de vierde eeuw AD worden in verscheidene naslagwerken van de Chinese literatuur melding gemaakt van een rond type boot van huiden. (386 AD). Een woordenboek uit de Ming-periode definieert de “pi chuan” als een vaartuig met afdichting over een framewerk van bamboe of hout. En dit type boot werd door de Mongolen in de dertiende eeuw AD bij hun veroveringen gebruikt. Vandaag worden zij nog gebruikt op de hoofdvaarwateren van de Yangtze, Yalung, Mekong, Mandsjoerije en in Korea.
Boomstam boten?
Een passage in het “I Ching” is uitgenomen om aan te geven, dat er in het derde millennium VC sprake is geweest van boomkano’s. Ook Needham gelooft, dat er een verband is met het maken van planken uit een blok hout. Een steen, welke is uitgebeiteld in de Han- periode (200 VC -200 AD) lijkt boomstam boten te laten zien; zij waren voorzien van masten en een zij-stuurriem en er zijn aanwijzingen van hun gebruik van de 5e tot de 8e eeuw AD. Boten met rechthoekige stevens zijn uitgehold, inclusief die boten, welke werden gebruikt om lijkkisten in te bergen in Noord Chechwan begrafenissen in of voor de 4e eeuw VC. Een Vietnamese boomstamboot, die is gebruikt in de Dong Son cultuur is gedateerd op 375 AD. Moderne boomstamboten zijn bekend van Japan, Formosa, en van de Yalu en de Gele Rivier, maar ze zijn in China zeldzaam. Mogelijk heeft het uitgebreide gebruik van bamboe in de Chinese cultuur geleid tot andere vormen van watertransport ten koste van de boomstam boten. De reuzen bamboe kan 80 voet hoog worden en 1 voet diameter. Wellicht waren de boomstamboten toch de voorlopers van de draken boten.
Planken vaartuigen
Bindsel als verbindingen. Uit een 8e eeuws document over een Maleisische houten boot met bindmaterialen bevestigd concludeert Needham, dat de Chinezen in dezelfde periode stalen spijkers en klampen gebruikten om de planken te bevestigen. Of houten verbindingen of ander bindmateriaal in nog vroeger tijden werd gebruikt, kan op het moment niet worden aangetoond, maar onderzoeker Horridge gelooft, dat enkele boten, die in de eerste eeuw VC zijn afgebeeld zijn voorzien van Dong Son genaaide tonnen uit Indo-China. Het houtwerk werd gebonden tot in de 19e eeuw bij Siamese, Birmese boten en recent enkele Thai en Vietnamese en Ainui vaartuigen (1920).
Jonk en Sampan
De oudste voorstelling van een houten (planken) boot is de Shang (laat 2e millennium VC). Dit is terug te vinden door het Chinese pictogram voor Chou=boot. Dit element is ook nog gebruikt als tijdelijk pictogram voor schip, transporteren, een naad breeuwen en voortstuwen met riemen. Een gefragmenteerd houten grafmodel van een Changsha uit ongeveer VC 49 schijnt overhangende boegdelen te hebben en een vlakke bodem. Er zitten geen schotten in, maar er is aan het eind van de boot een inkeping voor een lange riem. Twee bootmodellen van aardewerk uit de eerste eeuw VC zijn gevonden in 1950 in graven in Kanton hebben eenzelfde vorm, zij hebben platte stevens en een vlakke bodem. Er zijn geen schotten waarneembaar, maar een model heeft wel paalhouders langs de zijden van de boot (later appendage voor rivierschepen) en in het midden van de aan de overhangende achtersteven een strop voor het roer. (een van de vroegste aanwijzingen hiervoor).
Pictogram voor boot
Er is geen direct bewijs voor zeil, maar een pictogram geeft aan, dat zeil werd gebruikt in het late 2e Millennium VC en Needham meent, dat een tekst uit de 3e eeuw VC aangeeft, dat Zuid Chinese schepen voor en achter matten zeilen voerden.
Pictogrammen voor zeil
In een tempel in Chengtu is op een grafzuil uit de 6e eeuw AD op een inscriptie mast en zeil te zien, maar het zeil is niet het traditionele “loggerzeil”. Schepen op fresco’s uit ingestorte tempels in TunHuang, die met een zijroer worden gestuurd dragen ook vierkante zeilen. De 7e eeuwse schepen, die getoond worden op fresco’s in India, voeren naar verhouding hoog hangende zeilen in drie masten, welke draaien als een fan; traditioneel zijn deze schepen wel verbonden met de Chinese, maar andere aspecten van de schepen lijken te komen van andere tradities. Een ongebruikelijk schip, dat is uitgebeeld op 8e eeuw tempelreliëfs van de Borobudur op Java, heeft blijkbaar een loggerzeil met de vlecht structuur aangegeven. Needham claimt dit als de oudste verschijning van een Chinees zeegaand schip. Het is duidelijk afwijkend van de andere schepen, welke zijn afgebeeld op de Borobudur; zij heeft geen uithouder voor haar ra en slechts 1 mast, maar geen van haar eigenschappen, apart van het zeil, schijnen typisch Chinees te zijn. Aan de andere kant; een schip uitgehakt op de Bayon in Angkor Thom in Cambodja ( 1185 AD), die ook afwijkend is van de naastliggende inscripties heeft onderscheidende kenmerken: overhangend achterschip en midscheeps verticaal roer en twee masten met het Chinese type zeil met zeillatten en meerdere stukken. Het is niet duidelijk te zien of er dwarshouten zijn, of keerschotten; beide zijn belangrijke aanwijzingen; maar zulke precisie is in de iconografie moeilijk te realiseren.
Riviervaartuig
Een laat 14e eeuw riviervaartuig is opgegraven in een zijrivier van de Gele rivier. Het is voorzien van 13 keerschotten, ophangpunten voor het opgehangen roer en er zijn restanten van twee masten en mastvoeten. Dit is het eerste significante voorbeeld van wat is gedacht de Chinese traditionele scheepsbouw te zijn. Tegen het einde van de 13e eeuw AD omschrijft Marco Polo grote 4-mast zeeschepen. Zij hadden met ijzer bevestigde dubbeldikke grenen of dennenhouten huidgangen; dicht gebreeuwd met touwpluizen, vermengd met mest, hennep en olie. Sommige schepen hadden 13 waterdichte schotten.
Oude jonk in haar glorietijd
Vijftig jaar later omschrijft een Arabische onderzoeker jonken met 4 dekken en zeilen met matten met een latten- vlechtstructuur. Volgens zijn visie kunnen wij bedenken, wat de volgorde van het bouwen is geweest.
1. Bodembeplanking (wordt niet speciaal genoemd.)
2. Lage zijbeplanking.
3. De waterdichte stotende wijze waarop de gangen wordt bevestigd is niet omschreven, maar dit blijkt een vorm van schaalbouw te zijn, waarbij de schotten de loop van de hogere gangen bepalen, maar niet de onderste.
Een vergelijkbare volgorde is vastgelegd in 1637 AD, toen het bekend werd, dat er een verwantschap was met de methoden, die zijn gebruikt in de 15e eeuw.
In de vroege 20e eeuw werden de dwarsschotten ook eerder geplaatst dan de huidgangen en zo werd tenminste de vorm van de zijkant bepaald; niettemin werden de planken tegen elkaar gezet met een afdekplank op de naad ( een soort karveel systeem).
Needham noteert het interessante feit, dat in 1158 AD Chang Chung Yung een kleine demonstratie gaf voor het bouwen van een schip. Dit heeft een verband met een methode om de vorm te verkrijgen van een vaartuig vanaf een model en benadrukt hiermee, dat traditionele Chinese scheepsbouw bouwen op het oog was.
Jonk "Freechina" in ongerede
Sommige karakteristieke eigenschappen van de recente Chinese scheepsbouw kan in vroegere tijden worden herkend, zoals de algemene vorm met platte kiel-loze bodem, een steile voorsteven en een steile overhangende achtersteven; het ophangroer, de mastbediening en de wrik-dol achterop; alles uit de 1e eeuw voor en na Christus. Andere zijn later; meer masten 3e eeuw, zwaarden 8e eeuw, deelbaar loggerzeil met houten raamwerk 12e eeuw. Pas bij de opgraving van het rivierschip uit de 14e eeuw AD in een zijarm van de Gele rivier en het tekenen daarvan, blijkt, dat de individuele karakters overeenkomen in een herkenbare Chinese bouwtraditie. Wanneer dit wordt gecombineerd met de verklaring van Sung Ying-Hsing kunnen wij een vergelijkbaar schip visualiseren zoals die zijn gebouwd in recente tijden. Het blijft mogelijk dat, net als ergens anders op de wereld, er nog andere types houten vaartuigen waren en meer dan één zeilvorm, dan die uit de 13e eeuw in China en dat de bouwtraditie, die kwam bovendrijven is geput uit meer dan één bron.
Concluderend uit het bovenstaande heeft de Chinese sloep een platte bodem; kan wel 12 meter groot zijn.
Zij heeft oplopende platte stevens en het voor en achterdekje hangt wat over. Dit wijst naar de sampan. Zeker weten?
Wel zeker is dat de sampan multifunctioneel is en aan de gehele Aziatische kust wordt gebruikt.
Links en literatuur:
http://www.youtube.com/watch?v=pzFq0Ivwz9g
http://www.meerdantien.nl/ad/Overig/Bedrijfsuitjes/18722/Chinese+Sampan+varen+op+de+Giessen.
The ship, Rafts, Boats and Ships; auteur Sean McGrail (National Maritime Museum, U.K.)
"1421", auteur Gavin Menzies (U.K.)
Opmerking van Albert Folkerts over navigatie; hierbij toegevoegd de z.g. piri reiskaart, waarmee werd gezeild in de 16e eeuw.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Piri_Reis-kaart