20 personen (6.25 X 2.60)
Art. 9
1. Het aantal personen, dat een boot mag opnemen, wordt verkregen door de inhoud in kubieke meters te delen door 0.283 met de verwaarlozing van breuken.
2. Indien blijkt, dat zonder het gebruik van de riemen of van de werktuiglijke bewegingsinrichting te hinderen voor het gevonden aantal personen geen behoorlijke zitplaatsen zijn, moet het in het vorige lid verkregen aantal worden verminderd.
3. Het verkregen aantal moet eveneens worden verminderd, indien bij de geladen boot het vrijboord kleiner wordt dan in overeenstemming is met hetgeen daaromtrent in artikel 4 is aangegeven.
Art. 10
Het aantal personen, waarvoor een drijvend toestel ten hoogste bestemd mag zijn, is het kleinste van de getallen, verkregen door het aantal kilogrammen ijzer, dat het toestel in zoet water kan dragen, te delen door 14.5 en door de omtrek van het toestel in centimeters te delen door 30.5.
Art. 11
1. Bij de proef tot het nagaan van het minimum vrij boord, moeten volledig uitgeruste boten bezwaard worden met het gewicht van minstens 75 kilogram voor iedere persoon, welke zij geacht worden te kunnen opnemen.
2. De proef tot het nagaan van het aantal personen, dat in een boot kan plaatsnemen , moet genomen worden met volwassen personen, welke reddinggordels aan hebben.
Art. 12
1. De afmetingen van een boot, alsmede het aantal personen, waarvoor zij is bestemd, moeten in duidelijk en blijvend schrift daarop zijn aangegeven.
Maximaal 30 personen
Art. 9
1. Het aantal personen, dat een boot mag opnemen, wordt verkregen door de inhoud in kubieke meters te delen door 0.283 met de verwaarlozing van breuken.
2. Indien blijkt, dat zonder het gebruik van de riemen of van de werktuiglijke bewegingsinrichting te hinderen voor het gevonden aantal personen geen behoorlijke zitplaatsen zijn, moet het in het vorige lid verkregen aantal worden verminderd.
3. Het verkregen aantal moet eveneens worden verminderd, indien bij de geladen boot het vrijboord kleiner wordt dan in overeenstemming is met hetgeen daaromtrent in artikel 4 is aangegeven.
Art. 10
Het aantal personen, waarvoor een drijvend toestel ten hoogste bestemd mag zijn, is het kleinste van de getallen, verkregen door het aantal kilogrammen ijzer, dat het toestel in zoet water kan dragen, te delen door 14.5 en door de omtrek van het toestel in centimeters te delen door 30.5.
Art. 11
1. Bij de proef tot het nagaan van het minimum vrij boord, moeten volledig uitgeruste boten bezwaard worden met het gewicht van minstens 75 kilogram voor iedere persoon, welke zij geacht worden te kunnen opnemen.
2. De proef tot het nagaan van het aantal personen, dat in een boot kan plaatsnemen , moet genomen worden met volwassen personen, welke reddinggordels aan hebben.
Art. 12
1. De afmetingen van een boot, alsmede het aantal personen, waarvoor zij is bestemd, moeten in duidelijk en blijvend schrift daarop zijn aangegeven.
Afmetingen van een standaard sloep
Vervolg: uitrusting van boten