Al vele jaren worden zeeschepen, met de opbouw achterop, uitgerust met een zgn. "Free Fall Lifeboat". Deze reddingboten worden gelanceerd. De reddingboot is geplaatst op een stalen constructie met rails, die schuin omhooglopend is aangebracht vanaf de achtersteven naar de opbouw van het schip en komt uit op het bordes. Vanaf het bordes kan men op een platform bij de reddingboot komen. Deze staat op de rails met de voorsteven naar beneden, naar de zee, gericht. De achtersteven is bij het platform; daar zit de ingang (waterdichte deur) van de boot.
Omschrijving van de boot
Deze reddingboten zijn vervaardigd uit kunststof en geheel overkoepeld. Er is plaats voor de volledige bemanning. Men komt binnen via de waterdichte deur, die in de overkapping is aangebracht bij de achtersteven van de reddingboot; daar bevindt zich ook de cockpit. De zitplaatsen zijn met de rug in de vaarrichting en zijn zodanig aangebracht, dat men in het midden een vrij looppad heeft. De zitplaatsen bevinden zich in het brede gedeelte van de boot, aan elke kant steeds twee naast elkaar en zijn van hard kunststof vervaardigd; zij zijn voorzien van een rugleuning met hoofdsteun, veiligheidsriemen (voor heupen, borst en schouders) en een hoofdband. De voortstuwing bestaat uit accu's, brandstoftank, dieselmotor, schroefas en schroef, ook is er drinkwater en voedsel aan boord opgeborgen in speciaal daarvoor bestemde ruimtes onder de zitplaatsen. De bevelvoerder(meestal de 1e Officier) kijkt vooruit en zit in de zgn. "cockpit". Vanuit de cockpit worden de laatste handelingen verricht om de reddingboot vrij te maken van het schip. Eenmaal te water wordt daar de motor te gestart om weg te varen.
Sloep aan boord van het schip
De reddingboot wordt regelmatig beproefd, meestal als men bij een haven voor anker ligt. Het beproeven dient de gezagvoerder bij de havenautoriteit aan te vragen. Hierna wordt op de betreffende dag de bemanning ingelicht, zodat men er met de scheepswerkzaamheden rekening mee kan houden.
Wie gaan er tijdens de proef mee?
- altijd de 1e officier (bevelvoerder),
- 3e officier (controleren naleven veiligheidsregels),
- Werktuigkundige (voortstuwing),
- alle nieuwe bemanningsleden,
- aanvulling met ervaren bemanningsleden,
- een heel enkele maal een passagier, bij toestemming van de gezagvoerder.
(Passagiers maken meestal alleen foto's).
- op zee is de reddingboot extra gezekerd op de rails, deze worden verwijderd (eenvoudige handeling).
Sloep van de Siri
Men gaat aan boord van de sloep
- de bemanning is gekleed in lange broek, T-shirt/overhemd en draagt goed schoeisel, werkhandschoenen en veiligheidshelm. Men neemt rustig, maar snel, plaats in de boot.
- om het middenpad vrij te houden, neemt men direct plaats op de zitplaatsen aan stuur/bakboord.
- nadat het laatste bemanningslid aan boord is, wordt de waterdichte deur gesloten.
- men snoert zich direct in de veiligheidsriemen (goed strak) en doet ook de hoofdband om.
- de veiligheidshelm en werkhandschoenen worden opgeborgen in een vak naast de zitplaats; de helm mag absoluut niet op het hoofd blijven, omdat men door de klap in het water zijn nek kan breken.
- er is geen ruimte in de boot voor privé eigendommen.
- de 3e Officier controleert of iedereen volgens de veiligheidsvoorschriften heeft gehandeld.
- de 1e Officier heeft tijdens de voorafgaande handelingen plaats genomen in de cockpit en heeft zich ook beveiligd. Hij heeft tevens de voortstuwingsinstallatie paraat gezet.
- de 3e Officier meldt, dat de bemanning gereed is en neemt zijn plaats in en beveiligt zich.
foto door mr. D. Granger
Het beproeven.
- omdat de 1e Officier een beperkt uitzicht heeft en geen scheepsbewegingen op de ankerplaats kan waarnemen, geeft de gezagvoerder op het schip het sein "alles vrij".
- hierna pompt de 1e Officier hydraulisch de laatste borghaak, welke de reddingboot op de rails vasthoudt, vrij.
- na een kort glijden over de rails volgt de vrije val en de duik in zee.
- in de boot voelt men kort het glijden over de rails, daarna de versnelling van de vrije val en de klap van de boot op het water.
Omdat men vastgesnoerd zit, wordt de klap goed opgevangen.
- direct nadat de reddingboot in het water is gekomen, start de 1e Officier de motor en koerst bij het schip vandaan.
- in de tropen bij een buitentemperatuur van bijvoorbeeld 45 graden Celsius neemt de temperatuur in de afgesloten reddingboot snel toe; wanneer de zeegang het toelaat wordt op het water spoedig een luik op de overkapping geopend.
- na 2 rondjes om het schip te hebben gevaren voor het testen van de voortstuwing en in opdracht van de gezagvoerder het controleren van de romp van het "schip", wordt afgemeerd bij de loodsladder, die overboord is gehangen, zodat iedereen aan boord kan klimmen.
Gewone sloepen van Noorse werf
een paar bemanningsleden varen de reddingboot onder de kraan op het achterschip, zodat de sloep na bevestiging van een speciaal staaldraad spruitstuk uit zee kan worden gehesen en weer op de rails kan worden geborgd.
Na deze "proef" vindt er een evaluatiegesprek plaats met de bemanning, dat wordt geleid door de gezagvoerder en de 1e officier. De beproeving wordt in het veiligheidsjournaal vastgelegd.
Einde van dit verslag.
Dick.
Op Youtube ziet u een filmpje wat mooi aansluit op bovenstaande tekst; zelfs kunt u de sloep van binnen zien: http://www.youtube.com/watch?v=0VF4ymjPRs0&feature=related