47 jaar geleden stuurde Dick Zaal dit ontwerp over het verbouwen van een reddingsloep naar de Waterkampioen. Hierin draagt een 18 jarige jongeman zo knap allerlei scheepstechnische oplossingen aan, dat ik het niet kan laten om u te vragen het door te lezen. Ontwerp, tekeningen en foto's van ontwerper Dick Zaal, 20 maart 1962

Zeilsloep Explorer; verbouwing door Dick Zaal. Zeiltekening schaal 1 : 50. Bouwtekening op schaal 1 : 100. lengte 4,35 meter. Lengte waterlijn 4,02 meter, breedte 1,85 meter en diepgang 1, 03 meter. Ballastkiel 150 kilogram (Valkkiel), het zeiloppervlak 14,50 m2, waarvan het grootzeil 7,50 m2 en het fokkezeil 7 m2.

explorer8c.jpg - 34.31 KbIn de loods  

De Explorer is zeker niet “the latest word in design”. Het sloepje is waarschijnlijk 15 jaar oud en nu ruim drie jaar als zeilsloep in gebruik. Om louter financiële redenen bood het verbouwen van een sloep mij de beste kansen om te komen tot een voor mijn doel geschikt scheepje te komen. Dit was voor velen aanleiding om het bekende gebaar naar het hoofd te maken, want het scheepje wat ik voor mijn doel uitkoos was in een staat van verwaarlozing die zich niet gemakkelijk laat beschrijven. Het miste 24 spanten, enkele huidgangen vertoonden scheuren; het was als werkboot gebruikt en de huid was zowel van binnen als van buiten met teer  bedekt. Het model stond mij aan en dit gaf mij het enthousiasme, waardoor het werk zeer vergemakkelijkt werd. Om later plezier van het werk te hebben is het allereerst noodzakelijk om de romp zelf gaaf te maken. De sloep was buitengewoon zwaar gebouwd, 15 mm eikenhout met spanten op 15 cm afstand van hart tot hart. Mijn nieuwe spanten konden zeker lichter zijn, dan de oorspronkelijke.

 explorer2.jpg - 71.97 Kb

 

Spanten stomen en klinken
In plaats van 30 X 20 mm werd het 25 X 20 mm, hetgeen het buigen, zowel het gewicht ten goed kwam.Voor het buigen is een oud kacheltje, waarin door een gat in het deksel een 1 ½ “ of 2” aan de onderkant dichtgekaste pijp staat zeer aanbevelenswaardig. Deze pijp wordt voor ongeveer 20 cm met water gevuld; het spant wordt er met een touwtje in de pijp gehangen, waarna deze met een houten stop wordt afgesloten. Tien minuten in deze toestand was voldoende om de spant volkomen slap te maken. Slechts één van de vierentwintig brak. Na het stomen was het zaak om de spanten zo snel mogelijk in de juiste vorm te krijgen. Hiervoor zat een man in de boot, deze had tot taak om de spant op zijn plaats te drukken, de ringen om de nagels te slaan en deze aan te drukken, terwijl een tweede man van buiten door het oudegat het spant voorboorde, de nagels erin sloeg eb deze tegenhield. Dit geschiedt met de z.g. dolly, een zwaar stuk ijzer, waarin op het eind de dikke drevel is geplaatst, die op de nagel staat. Het repareren van de huid was een tijdrovender werk. De huid was nog klokgaaf, maar de droogscheuren waren van dien aard, dat reparatie toch noodzakelijk was. Waar de gangen niet tot de einden werden vernieuwd, werden de lassen schuin gemaakt en met fenollijm op elkaar bevestigd. (buiten temperatuur was laag v.w. de winter). Het verdient ten zeerste aanbeveling om de verbindongen van alle houtwerk met goede lijm te lijmen.
De buitenkant van de boot was erg ruw en de nagels staken boven de landen uit. Het bleek mogelijk om de nagels een maal na te klinken; hierdoor was tevens de boot lekwatervrij. De teer is verwijderd met alleen een verfkrabber. Het allerlaatste is er met de schuurmachine afgehaald. Geen teer onder de verf!

Een theoretisch gedeelte vooraf.
Enkele punten:
A) Een opbouw met dek laat een grotere helling toe en geeft dus een vergroting van de zeewaardigheid.
B) Bovendien heeft men hiermee een goed dwarsverband.
C) Het is een droge afsluitbare bergplaats en er zijn twee slaapplaatsjes voor het weekend.
Eis voor zeewaardigheid heeft te maken met het vaargebied IJsselmeer.

explorer6.jpg - 64.56 Kb
De kuiprand bestaat uit van fineer gelamineerde bochten; dit staat erg mooi. Het dek is gemaakt van 10 mm hechthout en met schuine lassen tot één sterk geheel samengevoegd.
De opbouw is hier bovenop geplaatst, zodat geen naad naar beneden ontstond. Hetzelfde kan van de voetreling worden gezegd.(Zie ook puttingdetail). De kuip heeft drie zitplaatsen namelijk twee vaste bankjes, die voor bergruimte dienstdoen en een losse holle met schuimplastic gevulde losse doft, welke tevens als reddingboei kan dienstdoen. Het kompas is onder de kuipvloer geplaatst, waardoor het gemakkelijk zichtbaar is, maar toch uit de weg is. De inrichting blijkt niet door veel getimmerte uit. Deze bestaat uit twee kooien met daarvoor een bak die plaats biedt aan ankergerei en waarloos touwwerk. Ieder kastwerk of ander meubilair zou ten koste gaan van de ruimte die toch al minimaal is te noemen Tot zover de inrichting.
De kiel
Een sloep die van nature een lang onderwaterschip heeft, vraagt als het ware om een korte diepe kiel. Dat dit complicaties meebrengt, zal iedere ingewijde onmiddellijk beamen. Maar dit wil niet zeggen, dat het onmogelijk zou zijn om zoiets dergelijks te maken. 


explorer3a.jpg - 19.86 Kb

Er zijn verschillende mogelijkheden.
Zo kan van ijzeren wrangen met boutjes aan de huid bevestigd gebruik worden gemaakt. Echter wij houden het bij hout. Explorer had behalve zijn spanten in het geheel geen dwarsverband; dit moest worden aangebracht door middel van wrangen. Een wrang moet over een zo groot mogelijk gedeelte van de huid lopen. Uit een stuk gezaagd hout wordt een dergelijke wrang door de V-vorm erg hoog, terwijl bij het lager maken daarvan de einden krachteloos worden, omdat de houtdraad dwars loopt. De oplossing ligt in het lamineren; dat wil zeggen het uit dunne plankjes met lijm ertussen in de bocht plakken. Na de droging is het een stijf geheel dat zonder bezwaar dezelfde druk kan opnemen als een normaal recht stuk hout van dezelfde afmetingen. (Zie doorsnede hierboven).
Het roer
Het roer deed bij de heren deskundigen (zeilers) ook veel stof opwaaien. De bij sleeptankproeven gevonden waarden Geven bij een hoog smal roer een betere werking dan een breed; althans bij kleine roeruitslagen. Hierbij komt, dat een korte helmstok kan worden toegepast, wat ruimte in de kuip wint. Hiertoe werd dus besloten. De voorzijde van het roer draait passend in een hol in de scheg, zodat tussen beide delen geen trek ontstaat.

Opmerking
De detailtekeningen van de mastkoker, de kielconstructie en de wantputtings geven een goede indruk van de belangrijkste onderdelen. de perspectiefschets geeft een goed beeld van het resultaat van deze verbouwing, die de eigenaar veel voldoening heeft gegeven. 
 explorer4.jpg - 33.73 Kb

 Het zeilplan moest afhankelijk zijn van een fok, die reeds in mijn bezit was. Een brede voorbasis was hierdoor een eerste gegeven. Het einde van de giek liet ik louter om esthetische redenen binnen de boot vallen, zodat mijn zeiloppervlak in de hoogte moest worden gezocht. Het torentuig gaf mij het meeste vrede, zodat daarop de keus is gevallen.
explorer8b.jpg - 59.35 KbExplorer onder zeil met vlieger 

De behandeling van deze tuigage is bijzonder eenvoudig, wat mij als solozeiler van pas komt. Het bindrif is met het oog op alleen zeilen zo praktisch mogelijk uitgevoerd (systeem van de Stadt).

explorer3b.jpg - 26.91 Kb

De holle mast is van aluminium beslag voorzien en is met enkel want gestaagd. De giek is plat en met mahonielatten versterkt, de boegspriet is uit vijf delen gelamineerd en van onderen doorgeschroefd. Het voorstevenbandje is met boutjes aan de boegspriet verbonden, waardoor een waterstag overbodig is geworden. De mast is op het dek geplaatst, zonder een zware ijzerconstructie; de praktijk heeft bewezen, dat dit geen bezwaren geeft; de lijmconstructie methode is hier niet vreemd aan.
Het stevenprofiel is kunstmatig; aan de onderzijde is veel hout weggestoken en van boven is er zelfs opgeplakt. Het sloepachtige aanzien heeft daar misschien onder geleden, maar de oude stijl is toch met voeten getreden. Waarom de steven niets een iets vlotter aanzien gegeven. Door de spiegel met mahonie te bedekken kon deze blank gelaten worden. Als impregneermiddel heb ik koper-naftenaat gebruikt voor het schilderwerk en zink-naftenaat voor het blanke hout. De waarde hiervan zal zich pas over een flink aantal jaren openbaren.
De zeileigenschappen zijn bijzonder goed, de lengte in aanmerking genomen. Zelfs bij windkracht 8 bleek de boot op het IJsselmeer het nog goed te doen de trim is uitstekend en het roer kan zelfs bij ruime wind worden vastgezet. Nadelen, die aan de vorm kleven zijn er ook, maar deze vallen toch ruimschoots in het niet bij de goede eigenschappen, die mij ervan overtuigd hebben, dat een sloep, mits goed verbouwd, zeker geen schip hoeft op te leveren, dat zeiltechnisch minderwaardig zou zijn. Daarom wil ik een ieder, die dergelijke plannen heeft, aanraden: zet door, kijk niet naar wat anderen er 30 jaar geleden van gemaakt hebben, maar probeer het zeil- en lateraalplan naar moderne ideeën te maken, dan zullen de zeileigenschappen ook modern zijn.

Veel succes!

Dick Zaal